DONDERDAG 29 APRIL 1943 |
|
|
|
|
Bekendmaking
's-Gravenhage, 29 April - De Wehrmachtbefehlshaber in den Niederlanden, General der Flieger Fr. Christiansen, maakt het volgende bekend:
Na de capitulatie van het Nederlandsche leger in Mei 1940 heeft de F�hrer en opperbevelhebber van de Duitsche Weermacht bevel gegeven tot onmiddellijke invrijheidstelling van de Nederlandsche soldaten uit de krijgsgevangenschap. Deze maatregel werd vanzelfsprekend genomen op voorwaarde, dat de Nederlandsche officieren en manschappen deze grootmoedige handelwijze met een dienovereenkomstige houding ten aanzien van de Duitsche bezettende macht zouden beantwoorden. Een groot gedeelte van hen heeft aan deze verwachting voldaan; in vele gevallen is echter onder invloed van onverantwoordelijke ophitsers een tegenovergestelde ontwikkeling gevolgd.
Reeds in Mei 1942 moesten derhalve de voormalige beroepsofficieren opnieuw in krijgsgevangenschap worden weggevoerd. De Duitsche weermacht heeft sindsdien bijna een vol jaar laten verstrijken in de verwachting, dat deze duidelijke waarschuwing zou worden verstaan. In feite hebben echter afzonderlijke leden van het voormalige Nederlandsche leger door hun vijandig gedrag telkens opnieuw het vertrouwen, dat bij hun vrijlating in hen werd gesteld, geschonden. Dit misbruik van een volkomen vrijwillig teruggeschonken vrijheid wordt thans niet langer meer geduld.
De Wehrmachtbefehlshaber in den Niederlanden beveelt derhalve, dat de leden van het voormalige Nederlandsche leger terstond opnieuw in krijgsgevangenschap worden weggevoerd. Hij zal de betrokken personen in de dagbladpers tot persoonlijke aanmelding oproepen. Wie aan den oproep van den Wehrmachtbefehlshaber geen gevolg geeft of tracht, zich op andere wijze aan de krijgsgevangenschap te onttrekken, moet op de strengste maatregelen rekenen. Dit geldt eveneens voor personen, die de betrokkenen bij dergelijke pogingen ondersteunen. Allen, die thans in krijgsgevangenschap moeten terugkeeren, hebben dit uitsluitend aan de ophitsers te danken, die door hun misdadig gedrag dezen maatregel noodzakelijk maakten. |
|
|
Bekendmaking.
In mijn bekendmaking van 29 April 1943 heb ik bevel gegeven, dat de leden der vroegere Nederlandsche weermacht in krijgsgevangenschap teruggebracht moeten worden.
Naar ik verneem is de opvatting verspreid, dat de door mij ter aanmelding opgeroepen personen bij niet-aanmelding in het ergste geval een kleine disciplinaire straf te verwachten hebben.
Dit is een ernstige vergissing. Ik wijs met nadruk op het volgende:
Wie zich niet aanmeldt, overtreedt mijn bevel van 29 April 1943 en heeft zich voor den krijgsraad te verantwoorden wegens militaire ongehoorzaamheid, waarop volgens het Duitsche militaire strafwetboek de zwaarste straffen staan. |
Der Wehrmachtsbefehlshaber in den Niederlanden, |
FR. CHRISTIANSEN |
General der Flieger. |
|
BEKENDMAKING.
Het 6de, 8ste en 20ste regiment infanterie opgeroepen.
Op grond van de op 29 April in de dagbladpers gepubliceerde bekendmaking van den Wehrmachtbefehlshaber in den Niederlanden betreffende terugvoering in krijgsgevangenschap van de voormalige Nederlandsche weermacht, worden bij deze voor aanmelding opgeroepen: |
het dienstplichtig en reservepersoneel onder den rang van officier van de volgende regimenten en alle in de jaren 1939 en 1940 uit deze regimenten voortgekomen oorlogsonderdeelen, voor zoover dit personeel in Mei 1940 in werkelijken dienst was. Bedoeld personeel moet zich melden, telkens tusschen 8 en 12 uur: In het "Wehrmachtlager" te Amersfoort, Zonnebloemstraat:
1. het personeel van het 6de regiment infanterie en zijn oorlogsonderdeelen:
degenen, die geboren zijn in de jaren 1924 tot en met 1915 op 24 Juni 1943;
degenen, die geboren zijn in de jaren 1914 tot en met 1904 op 25 Juni 1943.
In de Frieslandkazerne in Assen:
2. het personeel van het 20ste regiment infanterie en zijn oorlogsonderdeelen:
degenen, die geboren zijn in de jaren 1924 tot en met 1915 op 21 Juni 1943;
degenen, die geboren zijn in de jaren 1914 tot en met 1904 op 22 Juni 1943.
3. het personeel van het 8ste regiment infanterie en zijn oorlogsonderdeelen:
degenen, die geboren zijn in de jaren 1924 tot en met 1915 op 24 Juni 1943;
degenen, die geboren zijn in de jaren 1914 tot en met 1904 op 25 Juni 1943. |
|
Bij de aanmelding moeten worden overgelegd het persoonsbewijs, de distributiestamkaart en, voor zoover mogelijk, militaire identiteitspapieren.
Degenen, waaronder ook begrepen de in Duitschland werkende "grensgangers", voor wie een "Bescheinigung" (verklaring van onmisbaarheid) afgegeven is, moeten dit bewijs bij hun werkgever of bij de instantie, die hun belangen behartigt, opvragen en bij de aanmelding toonen. Na de melding moet de "Bescheinigung" zoo spoedig mogelijk weder aan den werkgever resp. de instantie, die de belangen behartigt, worden teruggegeven. De werkgevers zijn verplicht degenen, die zich moeten melden, daarvoor in de gelegenheid te stellen en hun het loon (salaris) gedurende den verzuimden tijd uit te betalen.
De Nederlandsche Spoorwegen verleenen aan alle voor de aanmelding opgeroepen personen vrij vervoer derde klas. Degenen, die tot aanmelding verplicht zijn, moeten zich hiervoor vervoegen aan de loketten, c.q. bij den stationschef, van het station van vertrek.
K l e e d i n g. Voor zooveel mogelijk uniform, anders burgerkleeding; dringend wordt aangeraden daagsche en Zondagsche kleeren, wollen dekens, ondergoed en extra schoeisel, alsmede kookgerei en lepel mede te brengen. De gezamenlijke bagage mag niet meer bedragen dan twee normale handkoffers.
Van aanmelding zijn vrijgesteld personen, die zich op 25 Mei 1943 voor den "Arbeitseinsatz" in Duitschland of in de door de Duitsche weermacht bezette gebieden buiten Nederland bevinden.
Wie geen gevolg geeft aan de oproeping van den Wehrmachtbefehlshaber in den Niederlanden, of zich op andere wijze aan de terugvoering in de krijgsgevangenschap tracht te onttrekken, moet rekenen op de strengste maatregelen. Dit geldt ook voor personen, die de betrokkenen bij dergelijke pogingen steunen. |
BEKENDMAKING.
Reserve-officieren opgeroepen.
Op grond van de op 29 April 1943 in de dagbladpers gepubliceerde bekendmaking van den Wehrmachtbefehlshaber in den Niederlanden betreffende terugvoering in krijgsgevangenschap van de voormalige Nederlandsche weermacht, worden bij deze voor aanmelding opgeroepen: |
Alle reserve-officieren van Land- en Zeemacht, die geboren zijn na 31 December 1897 voor zoover deze reserve-officieren in het tijdvak 10 - 15 Mei 1940 in werkelijken militairen dienst waren.
Deze reserve-officieren moeten zich tusschen 8 en 12 uur melden in het "Wehrmachtlager" te Amersfoort, Zonnebloemstraat, en wel:
a) zij, wier geslachtsnaam begint met een van de letters A tot en met N op 21 Juni;
b) zij, wier geslachtsnaam begint met een van de letters O tot en met Z op 22 Juni.
Van deze aanmelding zijn uitgezonderd:
de reserve-officieren van gezondheid, de reserve-officieren-tandarts, de reserve-militaire-apothekers en de reserve-paardenartsen;
personen, die zich op 25 Mei 1943 voor den "Arbeitseinsatz" in Duitschland of in de door de Duitsche weermacht bezette gebieden buiten Nederland bevinden.
Bij de aanmelding moeten worden overgelegd het persoonsbewijs, de distributiestamkaart en, voor zoover mogelijk, militaire identiteitspapieren.
Degenen, waaronder ook begrepen de in Duitschland werkende "grensgangers", voor wie een "Bescheinigung" (verklaring van onmisbaarheid) afgegeven is, moeten dit bewijs bij hun werkgever of bij de instantie, die hun belangen behartigt, opvragen en bij de aanmelding toonen. Na de melding moet de "Bescheinigung" zoo spoedig mogelijk weer aan den werkgever, resp. de instantie, die de belangen behartigt, worden teruggegeven. De werkgevers zijn verplicht degenen, die zich moeten melden, daarvoor in de gelegenheid te stellen en hun het loon (salaris) gedurende den verzuimden tijd uit te betalen. |
|
De Nederlandsche Spoorwegen verleenen aan alle voor de aanmelding opgeroepen personen vrij vervoer. Degenen, die tot aanmelding verplicht zijn, moeten zich hiervoor vervoegen aan de loketten, c.q. bij den stationschef van het station van vertrek.
K l e e d i n g. Voor zooveel mogelijk uniform, anders burgerkleeding. Dringend wordt aangeraden, wollen dekens, ondergoed en extra schoeisel, alsmede kookgerei en lepel mede te brengen. De gezamenlijke bagage mag niet meer bedragen dan twee normale handkoffers.
Wie geen gevolg geeft aan de oproeping van den Wehrmachtbefehlshaber in den Niederlanden, of zich op andere wijze aan de terugvoering in de krijgsgevangenschap tracht te onttrekken, moet rekenen op de strengste maatregelen. Dit geldt ook voor personen, die de betrokkenen bij dergelijke pogingen steunen.
D e n H a a g, 15 Juni 1943. |
|